SBR Richtlijn A

SBR staat voor Stichting Bouwresearch. Zij hebben richtlijnen opgesteld over wat de grenswaarden zijn voor een trilling. Deze richtlijnen hebben alleen betrekking op trillingen die van buiten het te beoordelen gebouw komen. De meet- en beoordelingsrichtlijn A, “Schade aan gebouwen” bevat richtlijnen voor het meten en beoordelen van schade aan gebouwen. SBR-richtlijn A onderscheidt de volgende categorieën bouwwerken:

Categorie 1:

• Onderdelen draagconstructie uit gewapend beton of hout
• Onderdelen bouwwerk, geen draagconstructie, uit gewapend beton of hout
• Draagconstructie bouwwerk, geen gebouw, uit metselwerk

Categorie 2:

• Onderdelen draagconstructie van een gebouw van metselwerk
• Onderdelen gebouw geen draagconstructie, uit niet gewapend beton, metselwerk of brosse steenachtige materialen.

Per categorie wordt onderscheid gemaakt in de staat van een bouwwerk:
– Gevoelig: bouwwerken of onderdelen waarvan de sterkte is verminderd of  waarin sprake is van extra initiële spanningen.
– Normaal: bouwwerken of onderdelen waarvan de bouwkundige staat niet gevoelig is.

Een bunker kan meer trillingen verdragen dan een monumentale boerderij

Verder wordt gekeken naar de monumentale status van een bouwwerk:
– Monument:  rijks,- provinciaal,- of gemeentelijk monument.
– Geen: bouwwerk zonder monumentale status.

De funderingswijze van een gebouw of constructie is niet van invloed op de indeling ervan in een bepaalde categorie van de SBR-richtlijn A.

Meetprocedures

De SBR-richtlijn A onderscheidt een drietal meetprocedures die in omvang verschillen. Dit zijn:

Indicatieve meting

Hierbij wordt gemeten in één meetpunt in een stijf deel van  de draagconstructie op begane grondniveau, ter plaatse van de kortste afstand tot de trillingsbron. De meting wordt in drie richtingen (x, y en z) uitgevoerd.

Beperkte meting

Hierbij wordt gemeten in twee meetpunten. Het eerste meetpunt komt overeen met dat van de indicatieve meting. Het tweede meetpunt  wordt gekozen op de bovenste verdieping in een stijf deel recht boven het eerste meetpunt. Ter plaatse van het eerste meetpunt wordt gemeten in drie richtingen (x, y en z), ter plaatse van het tweede meetpunt in twee richtingen (x en y).

Uitgebreide meting

Hierbij wordt gemeten in stijve punten van de draagconstructie die horizontale of verticale hart-op-hart afstanden van maximaal  tien meter uit elkaar liggen. Op de begane grond wordt in drie richtingen (x, y en z) gemeten, op de bovenverdiepingen in twee richtingen (x en y). Bovendien moet men meten in één richting in het midden van enkele overspanningen van kolommen, vloeren en wanden die tot de draagconstructie behoren. Eventueel mag, wanneer goed gemotiveerd, met minder meetpunten worden volstaan, mits minimaal drie meetpunten worden toegepast.

Hoe meer je meet hoe meer je weet

Volgens SBR-richtlijn A is de kans op trillingsschade <1% in het geval de trillingen kleiner zijn dan de uit de richtlijn af te leiden toelaatbare waarden. Wanneer in een gebouw op meer meetpunten wordt gemeten, mogen ter plaatse van de meetpunten hogere trillingen worden toegelaten omdat bij toepassing van meer meetpunten de kans kleiner wordt dat elders in het gebouw hogere trillingen optreden. Op grond van deze filosofie mogen bij uitvoering van een uitgebreide trillingsmeting de hoogste trillingen worden toegelaten en bij uitvoering van een indicatieve meting de laagste.

Actie

Wilt u meer informatie of een offerte, neem contact met ons op.

SBR Richtlijn B

De meet- en beoordelingsrichtlijn B, “Hinder voor personen in gebouwen” bevat richtlijnen voor het meten en beoordelen van hinder voor personen. De richtlijn maakt onderscheid in de functie van het gebouw, aard van de trillingsbron en de voorkomendheid van de trillingen.

• Continu voorkomende trillingen gedurende lange tijd, door bijvoorbeeld machines, waaronder ook machines die niet permanent in werking zijn of machines die een korte werkcyclus kennen en een langere rustperiode zoals het kort trillen van een vorm of mal. Uitgesloten zijn trillingen door weg- en railverkeer.
• Herhaald voorkomende trillingen gedurende lange tijd (langer dan drie maanden / 78 dagen), door weg- en railverkeer, waaronder ook heftrucks, bulldozers, kranen op rails en dergelijke;
• Continu of herhaald voorkomende trillingen gedurende een aaneengesloten tijdsduur, korter dan drie maanden, door bouw- of sloopwerkzaamheden;
• Incidenteel voorkomende kortdurende trillingen, door bijvoorbeeld explosies.

Locatie

Voor gebouwen op een industrieweg is het op basis van een gemotiveerde afweging mogelijk hogere trillingssterkten toe te laten. De motivatie kan bijvoorbeeld gevormd worden door de hoogte van de achtergrondtrillingen. Als de sterkte van de achtergrondtrillingen al hoger is dan de streefwaarden, dan is het niet redelijk om van de te beoordelen trillingsbron een lagere trillingssterkte te verlangen. De achtergrondtrillingen dienen op basis van metingen te zijn bepaald. Verder kan de effectiviteit van de mogelijk te treffen trillingsreducerende maatregelen een rol spelen. Gestreefd dient echter te worden naar het bereiken van de streefwaarden.

Op een druk industrieterrein zijn de achtergrondtrillingen hoger dan in een rustige straat

Streefwaarden

De streefwaarden zijn erop gericht om de hinder door trillingen te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Overschrijding van deze streefwaarden dient dan ook zoveel mogelijk te worden vermeden. Indien de streefwaarden worden overschreden, dient dit de aanleiding te zijn voor overleg tussen de betrokken partijen. Afhankelijk van de omstandigheden kan vervolgens een afweging worden gemaakt of de te beoordelen trillingssterkte al dan niet acceptabel is.

Actie

Wilt u meer informatie of een offerte, neem contact met ons op.

SBR Richtlijn C

Zwaar verkeer, heiwerkzaamheden, machines, enzovoort kunnen aanleiding geven tot trillingen in gebouwen. Deze trillingen kunnen op hun beurt leiden tot hinder,  schade of storing aan apparatuur. Bij deze omstandigheden kan de meet- en beoordelingsrichtlijn C “Storing aan apparatuur” geeft een procedure voor het meten en beoordelen van trillingen met betrekking tot trillingsgevoelige apparatuur. Denk daarbij ondermeer aan:

• Optische apparatuur zoals massaspectrometers
• Apparatuur voor CD fabricage
• Main frames van datacentra
• Oog laser apparatuur
• Weeg instrumenten
• Drukkerij apparatuur (paspoorten etc.)

Het is alleen zinvol om trillingsmetingen te verrichten als de fabrikant van de apparatuur duidelijke specificaties heeft gegeven waaraan de gebouwtrillingen dienen te worden getoetst. Indien geen duidelijke specificaties zijn gegeven kunnen de resultaten van een trillingsmeting slechts als indicatie dienen. Een relatie met betrekking tot de beïnvloeding van gevoelige apparatuur kan dan niet worden gelegd.

Actie

Waar dit optreedt komen partijen met verschillende belangen tegenover elkaar te staan. In die situaties is het zinvol de omvang van de problemen objectief te kunnen laten  vaststellen door Ekal en criteria te hebben voor wat dan wel en niet-acceptabel is.

Wilt u meer informatie of een offerte, neem contact met ons op.